Zitten er nog een groot aantal bochten in de lijn, wanneer deze op het water valt, dan hebben we wellicht nog te veel kracht gebruikt. Bij het eind van de worp was er nog zo veel energie in de lijn dat deze als een vering terug sprong. Een teken dat je te veel kracht gebruikt tijdens het werpen is ook wanneer je de vliegenhengel hoort tijdens het werpen.

‘Tailing loops’ zijn een steeds terugkerend probleem voor veel vliegvissers. Tijdens de worp glijden leader en vlieg van onder af langs de vliegenlijn omhoog en blijven hierin haken, met allerlei knopen als gevolg. Tailing loops kunnen op meerdere manieren ontstaan. Als eerste wanneer je, in plaats van de voorwaartse of achterwaartse worp tot een doorlopende versnelling met een plotselinge stop te maken, de grootste versnelling al vóór de stand 12 uur legt en de hengel vervolgens door schuift naar de stand 1 of 11 uur. Hierdoor ontstaat er al een soort ‘stop’ voor de stand 12 uur, met een tailing loop als gevolg.

De tweede reden voor een tailing loop, eentje die Lefty Kreh goed weet te verduidelijken is het omhoog brengen van de hand bij de achterwaartse worp, om deze vervolgens bij het begin van de voorwaartse worp eerst weer naar beneden te brengen. De positie van de werphand moet tijdens de voor- en achterwaartse worp op hetzelfde niveau blijven.

Een tailing loop kan verder nog ontstaan wanneer we dubbelstrippen en daarbij strippen nog vóór we de stopbeweging met de werphand maken. Je zult voor jezelf uit moeten maken welke van deze oorzaken eventueel op jouw van toepassing zijn.