Laat de vliegenreel steeds wijzen in de richting waarin je werpt. Veel werpers hebben er een handje van de reel te laten wegdraaien tijdens de worp (kijk Amerikaanse vliegvisdvd’s er maar eens op na), maar dit resulteert alleen maar in het naar links of rechts omslaan van het voorste gedeelte van de lijn; iets wat vooral bij het op het water plaatsen van de vlieg duidelijk wordt. Hengelbouwers doen er een hoop moeite voor om de geleideogen op de juiste plek op de blank te plaatsen, draai je de reel weg tijdens het werpen dan gebruik je een ‘zachter’ deel van de blank. Controleer tijdens een dagje vissen ook een paar keer of de bussen van je vliegenhengel nog goed in elkaar zitten. In de loop van een dag willen ze zich wel eens los werken en je zult de eerste niet zijn die een topdeel weg ziet vliegen tijdens het werpen of die de vliegenhengel breekt vlakbij een van de bussen.
Plaats, wanneer je rechtshandig werpt, je rechtervoet wat achter de linker. Andersom wanneer je linkshandig werpt, plaats dan de linkervoet wat achter de rechter. Op deze manier sta je het meest comfortabel en kun je, indien nodig, ook de baan van de vliegenlijn in de lucht achter je volgen en zo nodig corrigeren.